'Misschien dat hij me wel kan helpen,' zei ik zachtjes. Ik wist dat het geen verschil zou maken of ik het het schreeuwde of alleen maar dacht, de draak zou het toch wel horen.
Hij slaakte een zucht, een laag gerommel dat vanuit de diepte van zijn vurige longen mijn lijf deed trillen. 'Waarom blijf je toch telkens weer hopen dat iemand je kan helpen?'
'Wat moet ik anders? Zo gaat het ook niet langer.'
'We hebben het toch altijd samen gered?' Ik voelde de teleurstelling in zijn stem. 'Wat hebben al die tovenaars en kwakzalvers je gebracht? Niets anders dan valse hoop en deceptie.'
Ik kon zijn frustratie wel begrijpen. Tenslotte was het alweer meer dan vijf jaar geleden dat ik kennis mocht maken met Menière, niet met de Franse arts zelf maar met zijn ontdekking. Ik werd erdoor overvallen, en vallen deed ik. Voordat ik wist wat er gebeurde lag ik de vloer van dichtbij te observeren. Verbaasd had ik geprobeerd me een drinkgelach te herinneren waaraan ik deze plotselinge duizeligheid te danken had. Tevergeefs. Gelukkig ebde het katerige gevoel al snel weer weg, zodat ik er verder geen aandacht meer aan besteedde.
De bezoekjes van Menière werden in de loop van de tijd echter frequenter. Hij bleef ook steeds langer hangen, als een ongewenste gast die niet doorheeft dat het feest al is afgelopen en dat de gastheer eindelijk wil gaan slapen. Steeds vaker eiste hij alle aandacht op. Dan draaide alles om hem, het middelpunt van een misselijkmakende, duizelingwekkende draaimolen. Daar kwam nog bij dat hij niet doorhad dat hij niet welkom was, en begon zijn volgende bezoek steeds vroeger aan te kondigen middels een onaangenaam voorgevoel. En Menière was niet de enige waarmee ik het geduld van de draak al tijdenlang op de proef had gesteld.
'Deze tovenaar is anders,' zei ik. 'Hij schijnt een remedie te hebben die me van al mijn kwalen kan genezen.'
'Al je kwalen? Al die onverklaarbare, ongeneeslijke kwalen waar je al je hele leven last van hebt?'
'En waarvan jij er één bent! Mijn hele leven geef je me al dat hopeloze gevoel. Waarom mag ik niet eens hoopvol zijn? Ik heb niet om dat verbond met jou gevraagd!'
Ik had direct spijt van mijn uitval. Ik wist maar al te goed dat de draak me meer had geholpen dan wie dan ook. Dankzij hem had ik mijn onafgebroken neerslachtigheid in zijn vuur kunnen omsmelten tot teksten en melodieën. Door het verbond kon ik plezier en kracht putten uit mijn ellende, zoals verder alleen draken kunnen. De draak bleef kalm, alsof hij mijn berouw aanvoelde.
'Waarom heb je eigenlijk dat verbond met mij gesloten terwijl ik nog niet eens geboren was?'
Er ontsnapte een zucht uit zijn muil, die zich als een warme gloed door mijn lichaam verspreidde. 'Ach, de meeste mensen zien ons draken als monsters die alleen maar onheil en verwoesting brengen. Ze zijn er zo van overtuigd dat ze niet eens een poging doen het goede te voelen dat wij ze willen geven. Daarom sluiten we het verbond altijd eenzijdig.'
'Bedoel je dat er met ieder mens zo'n verbond wordt gesloten?'
'Het is de reden van ons bestaan. Het is riskant, maar we moeten dat doen om te overleven. Al vanaf het begin der tijden zijn mens en draak met elkaar verbonden. Daarom noemen we het ook een verbond, we hebben elkaar nodig. Maar sinds een stel geharnaste idioten besloot dat het dapper was om ons in mootjes te hakken, laten we de mensen maar in het ongewisse.'
'Maar waarom weet ik dan wel van ons verbond?'
'Omdat jij een denker bent. Of een piekeraar, zoals sommigen van ons en velen van jullie jouw soort noemen. Alleen aan mensen zoals jij vertrouwen we ons geheim toe.’
Dat hij daardoor ook van mij afhankelijk was had ik me nooit gerealiseerd.
'Nee, wij draken hebben lang geleden al ingezien dat de mensen dat beter niet kunnen weten,' zei hij, alsof hij mijn gedachten had gelezen. 'Het zou tot onze ondergang kunnen leiden. De meesten denken liever niet dieper na, en als ze dat per ongeluk wel doen grijpen ze al snel naar leeg vermaak, drank of pillen.'
Ik voelde zijn verontwaardiging diep in mijn buik, als geluidsgolven zo laag dat ze onhoorbaar waren.
'Ze raken in een vicieuze cirkel waaruit zelfs wij ze niet kunnen redden. Hun onwil tot nadenken verandert in onkunde, en uiteindelijk verliezen ze hun vermogen om te voelen en te creëren. Ze vervlakken en doven daarmee ons vuur.' Diep in mij voelde ik zijn ergernis gloeien. 'Net als jullie kunnen wij niet zonder, maar waar wij sterven, blijven jullie leven in de grote leegte.'
De woorden van de draak lieten me niet los. De leegte had me van kinds af aan angst aangejaagd, alsof ik toen al voelde wat het verbond inhield. Daardoor had ik nooit mijn toevlucht gezocht in heilloze oplossingen. Maar toen Menière steeds vaker op bezoek kwam en uiteindelijk zelfs bij me introk, werd het me te veel. Nadat de draak met tegenzin gehoor had gegeven aan mijn smeekbede, ging ik op reis naar het zuiden waar de Tovenaar huisde in zijn ivoren burcht. De draak bleef achter, nauwelijks gerustgesteld door mijn belofte geen middelen van de Tovenaar in te nemen.
De reis was lang, eenzaam en koud zonder de warmte van de draak. Met elke stap leek de kilte zich verder te verspreiden door mijn lichaam. Ik was dan ook opgelucht toen ik op mijn bestemming arriveerde.
De Tovenaar sprak met een vreemd accent, dat een oostelijke afkomst verraadde. Zijn blik was scherp als een scalpel waarmee hij mijn ziel plakje voor plakje trachtte te ontleden. Hij vertelde dat hij niet alleen mijn duizeligheid kon genezen, maar ook alle andere kwalen waar ik al zolang last van had. Door zijn woorden verdween mijn vermogen tot helder nadenken en in een staat van onnadenkende volgzaamheid vergat ik mijn belofte aan de draak. Even later was ik op weg naar huis, hoopvol gehypnotiseerd.
De draak liet wekenlang niets van zich horen, verstomd door de Tovenaars remedie. Totdat ik op een dag iets voelde knagen in mijn binnenste, alsof een zwak vlammetje een gaatje in mijn dikke deken van onverschilligheid probeerde te branden. Het duurde niet lang of er begon een vuur van onrust te ontstaan. Helaas kwamen de symptomen van mijn kwalen ook weer bovendrijven in de borrelende soep van emoties in mijn buik, waardoor mijn hervonden creativiteit weer teniet werd gedaan door pijn en ongemak.
Nieuwe bezoekjes aan de Tovenaar brachten voor even respijt, dankzij steeds hogere doses wonderpillen die echter steeds korter hielpen tegen de alsmaar hevig wordende symptomen. Uiteindelijk bracht uitgerekend Menière me tot het inzicht dat de draak gelijk had. De half verteerde resten van een grote hoeveelheid pillen, drijvend in mijn eigen braaksel als minuscule botten geworpen door een waarzegster, brachten me tot inkeer. Net op tijd voordat het vuur van de draak definitief was gedoofd.
Voor het eerst sinds lange tijd voelde ik weer de stem van de draak. Zijn woorden waren minder warm dan voorheen. Toch leek dit eerder veroorzaakt te worden door uitputting dan boosheid.
'Goddank dat je vlam nog niet helemaal gedoofd was,' sprak hij hijgend, alsof hij ternauwernood was ontsnapt aan de verstikkingsdood. 'Ik heb me de longen uit mijn lijf moeten blazen om die nog gaande te houden.' Hij zweeg een ogenblik. 'Je zult begrijpen dat we nu in een lastig parket zitten. De Tovenaar zal je ongetwijfeld hebben verteld dat je niet zomaar mag stoppen met die pillen.'
Natuurlijk begreep ik wat hij bedoelde. De Tovenaar had me listig in zijn val gelokt waaruit ik niet zomaar kon ontsnappen, ook al wilde ik dat nog zo graag.
'Je zult dus nog lang jezelf niet zijn,' zei de draak. En hij had gelijk.
Maanden later was ik nog steeds in de ban van de Tovenaar. Soms vroeg ik me af of ik niet beter in de leegte kon vluchten, om maar niet de draak te woord te hoeven staan. Hij was altijd begripvol en geduldig, maar ik voelde me bezwaard, omdat ik ons verbond had geschonden.
'Voel je niet schuldig, maar geef het tijd,' sprak hij op een dag, op een toon waardoor ik me nog schuldiger voelde.
'Maar ik vraag me af of ik ooit weer mezelf zal zijn,' zei ik wanhopig. 'Doordat ik niet naar je heb geluisterd kan ik jouw gift niet meer benutten. Je kunt die maar beter aan iemand anders geven.'
'Nee, zo werkt het niet. Ons verbond kan alleen worden overgedragen van vader op zoon. Doordat je vader, net als jij, weet had van het verbond kon hij zijn neerslachtigheid en melancholie koesteren, omdat hij wist dat het zijn bron van creativiteit was. In de ogen van anderen was hij, net als jij, een moeilijk mens, maar wij draken weten wel beter.’
Zijn woorden straalden een warme troost uit, maar de koele overtuigingskracht van de Tovenaars remedie deed me twijfelen.
‘Was mijn vader creatief? Dat kan ik me anders niet herinneren.’
‘Ooit wel. Hij had het verbond overgenomen van zijn vader, samen met zijn broer. Maar het dagelijkse leven werd voor hem zo druk dat hij er geen aandacht meer aan besteedde.’
‘Eigenlijk ook niet zo gek,’ zei ik, ‘elf kinderen is...’
‘Dat is niet de belangrijkste reden,’ onderbrak de draak me. ‘Je vader was niet iemand die vluchtte in oppervlakkigheid. Juist doordat hij ook een denker was, leed hij eronder dat hij zijn gave niet meer kon gebruiken. Hij raakte verbitterd en dat is nog erger, omdat hij voelde dat hij iets miste, maar hij wist niet meer wat. In die zin kun je beter je verstand op nul zetten. Dat is ook wat de Tovenaar wil.’
‘Maar als dat erger is, dan kan ik toch beter doen wat de Tovenaar voorschrijft?’
‘Was het maar zo eenvoudig. Dat werkt alleen bij oppervlakkige mensen die geen weet hebben van het verbond. Mensen zoals jij zullen altijd blijven voelen dat er iets ontbreekt, zelfs als zijn ze zo afgevlakt dat ze zich hun gave niet meer herinneren. Jij bent het immers, ondanks dat je al een tijd die medicijnen slikt, ook nog niet vergeten.’
‘Is dat dan geen goed nieuws? Dat zou betekenen dat ik mijn creativiteit niet hoef te verliezen.’
De draak zweeg. Net toen ik me begon af te vragen of hij genoeg had van mijn argumenten vroeg hij: ‘Heeft de Tovenaar ook maar één van je kwalen genezen?’
Nu was het mijn beurt om te zwijgen. De symptomen van Menière waren wat dragelijker, maar mijn andere aandoeningen waren niet verbeterd.
‘Inderdaad, geen enkele,’ zei de draak. ‘Zijn remedie lijkt even te werken, maar dan ebt het effect weer weg, waarna hij de dosering weer verhoogt. Het enige wat hij bereikt is dat je onverschilliger wordt. Geloof me, uiteindelijk zul je het verbond vergeten.’
Sinds ik het verbond had geschonden leek het alsof er een dikke, koude muur tussen mij en mijn emoties was opgetrokken. Wanneer ik op mijn tenen ging staan zag ik inspiratie en ideeën opbloeien in een paradijselijke tuin, maar ik kon ze niet plukken.
‘Maar als ik ermee stop, wat gaat er dan gebeuren? Menière zal me niet met rust laten en me het schrijven uiteindelijk onmogelijk maken. Dan ben ik net zover van huis, maar me nog steeds bewust van wat ik moet missen.’
De draak voelde mijn wanhoop: ‘Je zult moeten vertrouwen op ons verbond. Als je doet wat de Tovenaar wil gaat het zeker fout. Dan raak je verbitterd, net als je vader. Maar als je dicht bij de bron van je gevoel blijft, kan het misschien nog goedkomen. Je weet toch dat die in mij ontspringt?’
Het was een vreselijk dilemma. Als ik zou stoppen met de Tovenaars behandeling zou ik mijn verbond met de draak weliswaar niet vergeten, maar Menière zou me het schrijven uiteindelijk onmogelijk maken. Het vooruitzicht de inspiratie in mij te voelen opborrelen zonder er gebruik van te kunnen maken was ondraaglijk.
‘Het spijt me, maar Menière zal zeker tot mijn ondergang leiden, en daarmee ook tot de jouwe. De Tovenaars remedie biedt tenminste nog een kans op een goede afloop.’
‘Dan heeft hij gewonnen,’ zei de draak. Zijn stem klonk niet laag en resonerend, maar zacht, sissend als ontsnappende stoom. ‘Je bent al afhankelijk van hem.’
Het was de laatste keer dat hij tot me sprak. Sindsdien is het alsof hij in rook is opgegaan. Heb ik er goed aan gedaan om, tegen zijn advies in, door te gaan met het inwilligen van de Tovenaars eisen? Ondanks de waarschuwingen van de draak voel ik nog steeds inspiratie opwellen in mijn binnenste, maar het waterpeil van de bron is gedaald en gaat schuil onder een duistere nevel. Ik vraag me af of de draak daar nog steeds huist, of zijn vuur nog brandt. Soms denk ik dat ik hem daar voel knagen.
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Leuk als je dit bericht wilt delen door te klikken op onderstaande icoontjes. En voel je vrij om een reactie en/of sterrenbeoordeling te plaatsen, ik ben benieuwd naar je mening!
Je emailadres wordt niet getoond. Je kunt je reactie altijd weer laten verwijderen via de contactbutton onderaan de pagina.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi verhaal. Tegelijkertijd ook pijnlijk en weinig hoopvol 😥
Een onmogelijke keuze....wat zou ik doen vroeg ik me af, eerlijk gezegd zou ik het niet weten. Wat is wijsheid? Luister naar je innerlijke stem en ga op je gevoel af...op hoop van zegen.
Dankjewel. 😘
Er wordt dan niet meer met vuur gespuwd, maar je creativiteit borrelt nog voldoende moois op.
Maar spelen met vuur is zo leuk... 😘
Weer erg mooi geschreven Rein. Goed gevonden om het in een verhaal te doen. De draak en de tovenaar roepen beelden op van een wereld waar het onderscheid tussen goed en kwaad niet meer te maken is. En hiermee een prachtig beeld van jouw (verschrikkelijk) dilemma.
Dankjewel Nico!
Je weet die ellende dmv een mooi en boeiend verhaal goed te verwoorden
😘
Een boeiend verhaal, waarin je jouw ellende en dilemma goed weet te verwoorden. Voor mij wederom aangrijpend.
Dankjewel Helmien! 😘
Duivelse, draconische dilemma's. Intrigerend verhaal waarin je de innerlijke strijd voelt.
Dankjewel Inge!