2025 is begonnen. De kleffe oliebollen zijn eindelijk verteerd en niet meer in staat zure oprispingen te veroorzaken. Helaas is die taak overgenomen door de vaak even kleffe nieuwjaarszoenen, uitgewisseld alsof Corona nooit heeft bestaan. Ik probeer ze ieder jaar weer te ontlopen door op 2 januari vrij te nemen. Gelukkig word ik daar dit jaar extra bij geholpen door een tussenliggend weekend, waarin iedereen naar ik mag hopen zoveel zuipt dat maandag 6 januari het verdwijnen van de koppijn hun enige wens zal zijn.
Het nieuwe jaar begint voor mij sowieso steevast met een kater, dat was al het geval toen ik de voor- en nadelen van alcohol nog niet kende. December was voor mij synoniem aan het ontvangen van veel cadeautjes, omdat ik op 15 december jarig ben en veel broers en zussen heb. Ook toen ik ouder werd en het aannemen van presentjes was veranderd in het innemen van drank, bleef mijn neiging om op nieuwjaarsmorgen de haan zijn nek om te draaien onverminderd groot. Net als voor Rik, de hoofdpersoon van "De Vlucht van de Raaf", is het voor mij nog altijd de dag waarop ik besef dat de leegte van het alledaagse bestaan niet meer weggestopt kan worden onder de warme deken van de feestdagen.
Velen echter zien het nieuwe jaar als een kans voor positieve ontwikkelingen. 'Gelukkig Nieuwjaar' en 'De beste wensen' worden als mantra’s uitgesproken om de harde realiteit te overschreeuwen. Gezien de huidige situatie in de wereld zou een wens als ‘laten we er maar het beste van hopen’ toepasselijker zijn. Nee, voor mij is het eerste kwartaal allesbehalve hoopgevend. Elk jaar lijkt het gehuld in een dikke, stroperige nevel, die de tijd vertraagt en de komst van de lente telkens weer uitstelt.
Als ik zo om me heen kijk, ben ik niet de enige met dit soort neerslachtige gevoelens. Vaak wordt het de winterblues genoemd, bij gebrek aan vallende bladeren die ook al als de veroorzakers van treinvertragingen worden gezien. Eigenlijk is dat vreemd: waarom triest worden van een kleurrijke confetti van bladeren? En blues is niet altijd treurig, luister maar eens naar Johnny Winter, al had deze bluesgitarist in dit licht gezien zijn naam niet mee.
Misschien dat men dit soort onschuldige oorzaken aanwijst, omdat men niet wil nadenken over waar die gevoelens werkelijk door worden veroorzaakt. Begrijpelijk. Het aanwakkeren van nog meer innerlijke onrust door je te verdiepen in de hel van Gaza, de onontwarbare geweldskluwen in Oekraïne en al die andere brandhaarden in ontwikkelingslanden, waarvan we wegkijken, ondanks of juist omdat die feller branden dan het hellevuur, is onprettig. Het wegstoppen ervan helpt echter niet, het levert slechts een onbestemd gevoel van onbehagen op.
Dat onbestemde gevoel is mij niet vreemd, ondanks dat ik iemand ben die overal over kan piekeren en dat dan ook met verve doet. Soms zou ik willen dat mijn wereld werd begrensd door de witgekalkte lijnen van een voetbalveld en mijn geluksgevoel voornamelijk bepaald werd door de prestaties van mijn favoriete club. Ook ik zou liever op het journaal alleen maar grappig, vrolijk nieuws willen zien, maar toch erger ik me rot als er geen aandacht wordt geschonken aan de ellende die ik zojuist noemde, omdat het kennelijk belangrijker is dat er een stel mafkezen bezig is met de voorbereidingen van een “vreugdevuur” dat alle rampspoed doet verbleken.
Net als Rik ken ik dat gevoel al sinds mijn kindertijd, toen mijn leven nog relatief onbezorgd was, al deed de meester van de zesde klas zijn best om ons de ellende van oorlog bij te brengen. Hij deed dat door te vertellen over zijn belevenissen in Duitsland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Gelukkig beleefde mijn onschuldige kinderzieltje zijn vertellingen als een spannend jongensboek dat, nadat het was dichtgeklapt, ver van mijn bed werd weggeborgen. Toch herinner ik me nog als de dag van gisteren dat ik het als kleuter, spelend in de tuin, al in me voelde knagen. Het was mijn moeder die me, toen ik weer eens triest voor me uit zat te staren, vroeg of ik weer last had van ‘dat onbestemde gevoel.’ Ik wist niet wat ze daarmee bedoelde, maar voelde des te meer dat het een rake beschrijving was. Hoe kon ik ook weten dat de draak zijn verbond al met mij had gesloten toen ik nog in mijn moeders baarmoeder zat?
Pas na vele jaren als draaideurcliënt bij diverse soorten zielenknijpers, die me eerder duizeliger maakten dan genazen, werd er een diagnose gesteld: dysthyme stoornis. De benaming was weliswaar minder treffend dan die mijn moeder aan mijn geestelijke toestand had gegeven, maar de lijst van symptomen kwam me akelig bekend voor. Het feit dat ik eerst bijna zestig jaar moest worden voordat "Het Mysterie van de Meestal Moedeloze Mafkees" werd opgelost, maakte niet veel uit. Ik zou de voorgeschreven pillen toch niet hebben genomen, bang als ik was om iets dat diep in mij zat te doden, om vlak en onverschillig te worden. Tenslotte was ik een zelfverklaard gevoelsmens, al was dat achteraf gezien wellicht een mildere omschrijving van de aandoening die mijn geest zo vaak in een vreugdeloze draaimolen deed rondtollen.
Eigenlijk vond ik het ook wel prettig, dat melancholieke gevoel dat me deed huilen om de meest uiteenlopende filmscènes. In mijn lievelingsfilm “This is Spinal Tap”, overigens allesbehalve een tranentrekker, omschrijft de gitarist Nigel Tufnel d-mineur als ‘the saddest of all keys. It makes people weep instantly...' Ik weet precies wat hij bedoelt. Net zoals het lekker kan zijn om eens flink bang gemaakt te worden door een horrorfilm, is melancholie ook lekker. Ik ben niet de enige met die behoefte, getuige het succes van de Top 2000. Bij mij was het echter meer een verslaving, niet aan een potje pillen maar aan een lekker potje janken. Ik was afhankelijk van mijn melancholische draak. Antidepressiva zouden hem verdoven, misschien zelfs doden, zodat er in mijn binnenste niets anders zou overblijven dan het grote, grijze niets. Een leegte zonder bron van inspiratie. En dus moest ik er niets van hebben.
Maar hoe ironisch kan het lot zijn. Door een andere aandoening, die helemaal niets te maken heeft met neerslachtige gevoelens, snoep ik nu noodgedwongen toch van de antidepressiva. Wat voor gevolgen dat heeft voor de draak en ons verbond zal het onderwerp van een volgend artikel zijn.
Voor nu wens ik je, ondanks alles, een goed 2025.
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Leuk als je dit bericht wilt delen door te klikken op onderstaande icoontjes. En voel je vrij om een reactie en/of sterrenbeoordeling te plaatsen, ik ben benieuwd naar je mening!
Je emailadres wordt niet getoond. Je kunt je reactie altijd weer laten verwijderen via de contactbutton onderaan de pagina.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi stuk.
Open. Eerlijk. Oprecht. En ook aangrijpend.😘
😘😘
Ben wel benieuwd hoe die antidepressiva de relatie met jouw draak (heeft) beïnvloed.....
Misschien vreemd maar ik ben dat zelf ook...
Het is nog een soort "Work in progress". Of anders gezegd: wordt het progressie of regressie? Rijmt toevalligerwijs (?) op depressie... 😉
Ik ben het helemaal met Angel eens. Mooi stuk weer.
Dankjewel. 😘
Inderdaad mooi stuk ook aangrijpend
Doet wat met mij.maar dat begrijp je wel.
Benieuwd naar je ervaring met antidepressiva
Dikke kus
Dankjewel! 😘
Mooie beschrijving van gevoelens die je ook tot mooie dingen kunnen brengen. Hoge hoogtes, diepe dieptes...
Misschien toch weer 'het jaar van de Draak'
Dankjewel! 😘
Aangrijpend stuk. Recht uit je hart. Respect!!
😘