Over Rein

Foto - ©Harro Bannink

In 1963 werd ik in Maarssen op de wereld gekwakt als negende in een gezin van elf kinderen. Mijn moeder was buitengewoon tolerant in het accepteren van de herrie die dit elftal voortbracht. Aanvankelijk was ik nog niet zo luidruchtig. Dat kwam pas later, toen ik ontdekte dat het muzikale talent, dat vanaf mijn vaders kant de familie in was gedruppeld, ook door mijn aderen vloeide. Mijn vaders broer was een uitstekende drummer, en hun vader, mijn opa, kon goed overweg met de trompet.

Mijn vader had echter ook nog een ander talent: vertellen. Als kind verheugde ik me er elke avond weer op als we naar bed moesten. Dan vertelde hij een episode van een zelfverzonnen verhaal, volledig uit zijn hoofd. Des te indrukwekkender als je weet dat het een vervolgverhaal was, met afleveringen die naadloos in elkaar overgingen.

Het was juist deze aanleg die me tot mijn eerste creatieve kinderstapjes aanzetten. Op de lagere school schreef ik hele epistels voor de schoolkrant, en ook op de middelbare school vond ik het schrijven van opstellen zeker geen ramp.

Totdat ik als puber als een blok viel voor de gitaar. Muziek was in ons gezin een altijd aanwezig achtergrondgeluid, maar het duurde niet lang voordat mijn gitaar alles overstemde. Jarenlang draaide mijn leven grotendeels om muziek: ik stond er letterlijk mee op en ging er ook weer mee naar bed. Het enige wat er nog uit mijn pen kwam waren songteksten, de rest van mijn talent bulderde uit de speakers van mijn gitaarversterker.

Ik begon, samen met mijn broer Ad, te spelen in bandjes die steeds beter werden, uitmondend in rockband The Stag, waarmee we enkele talentenjachten wonnen en ook op de radio te horen waren. Helaas kwam er aan deze droom een eind door een blessure die me het gitaarspelen onmogelijk maakte, juist op het moment dat ik op het punt stond een platencontract te tekenen.

Een periode van fanatiek fietsen volgde, maar kon mijn creatieve geest niet het zwijgen opleggen. De ontmoeting met mijn reddende Angel Janneke inspireerde me tot het schrijven van gedichten, waarvan enkele werden gepubliceerd in een verzamelbundel.

Het was de prelude tot mijn volgende uitdaging: het schrijven van een boek. Doordat ik besloten had mijn fulltime werk als ambtenaar terug te brengen tot drie dagen per week, had ik tijd om aan deze tijdrovende klus te beginnen. Dit resulteerde in de tweedelige literaire roman “De Vlucht van de Raaf". Van het één kwam het ander. Zo leidde het promoten hiervan tot het schrijven van blogposts, waar ik ook veel plezier aan beleef.

Schrijven neemt me nu weer bijna net zo volledig in beslag als de muziek ooit deed, maar muziek zal altijd als een rode draad door mijn leven lopen, wat tot uiting komt in "De Vlucht van de Raaf", deze website en mijn blogposts.