Het schrijven van mijn roman "De Vlucht van de Raaf" gaf me veel plezier, maar ook ongevraagde blikken in de beerput van mijn verleden. Zoals je inmiddels wel weet is het geen autobiografie, maar het zal duidelijk zijn dat het geen toeval is dat de subtitel van deel één "Vervlogen Droom" is.
De start van het schrijven van mijn roman luidde roerige tijden in, een emotionele rollercoaster om maar eens een cliché uit de kast te halen. Toch gaat die vergelijking mank, omdat je in een achtbaan altijd weer op hetzelfde punt uitkomt. Hoe bang je ook bent dat een niet zo wakkere inspecteur een paar loszittende bouten over het hoofd heeft gezien, niet goed vastgedraaid door een nog suffere monteur, uiteindelijk stap je met een uitgestreken gezicht weer uit het karretje, waarin je even daarvoor nog zat te gillen als een speenvarken op weg naar het slachthuis.
Terwijl ik bezig was met de eerste versie van het manuscript, nog onwetend waar het me zou brengen, kreeg ik een appje van een verloren gewaande vriend. Toeval bestaat niet, beweert men weleens, en op dat moment begon ik het nog te geloven ook.
Het was namelijk Ton Beukelman, een bandmaatje van weleer, waarmee ik mijn eerste stapjes op een podium zette en die er ook getuige van was dat ik er uiteindelijk vanaf donderde. Samen vormden we de fanatieke kern van The Stag. Op muzikaal gebied was mijn broer Ad net zo fanatiek, maar ons fanatisme betrof ook alles wat op de achtergrond speelde, zoals organisatie, promotie en financiën.
Het appje gaf de achtbaan waarin ik al zat nog eens extra snelheid, waardoor de Python daarmee vergeleken steeds meer op een verschrompelde regenworm begon te lijken. Het was nog net geen Baron 1898, maar toch veel duizelingwekkender dan de oude reuzenslang van de Efteling. Ton was namelijk een nieuwe versie van The Stag aan het oprichten, en vroeg toestemming om mijn songs te mogen gebruiken.
Het maakte meer in me los dan ik ooit had kunnen denken. Ik dacht dat ik het einde van mijn muzikale carrière, een carrière die eigenlijk nooit echt was begonnen, inmiddels wel had verwerkt. Tenslotte was ik al zover dat ik een roman kon schrijven over een, net als ik, mislukte muzikant.
Ik had het mis. Oude wonden, die tijdens het schrijven van mijn roman al waren gaan jeuken, werden weer opengescheurd. Muziek was altijd mijn leven geweest, en nu die muziek zonder mij weer nieuw leven zou worden ingeblazen, leek het alsof ik opnieuw een beetje doodging. Ik wilde meedoen, onze droom, al was het tegen beter weten in, opnieuw dromen. Die vreselijke vraag ‘Wat als...’ eindelijk beantwoorden. Toen pas besefte ik hoe lang het geleden was dat ik nog live had opgetreden, of zelfs maar gitaar had gespeeld. Het was in een vorig leven dat ik nog veel meer miste dan ik al dacht.
Toch hoefde ik er niet lang over na te denken. Ik vond het fijn om weer contact te hebben met Ton en de onverwachte kans onze vriendschap te hernieuwen. Muziek verbond ons voor een tweede keer, ook al waren die songs al meer dan dertig jaar oud.
Er is sindsdien alweer een hele tijd verstreken. Het tweede deel van mijn roman, "Ierland is het Einde", staat op uitkomen, en The Stag staat klaar om burlend de wijde wereld in te galopperen. Ik mocht op gepaste afstand, vanuit de bosrand, getuige zijn van de ontwikkeling van de nieuwe versie van The Stag, van een wankel kalfje tot een hert met een gewei dat uitstekend dienst kan doen als kapstok voor de garderobe van alle bandleden, inclusief die van de zanger. Inmiddels zijn mijn oude wonden voor zover mogelijk weer geheeld, al jeukt het nog wel. Soms voelt het een beetje alsof Ton is vreemdgegaan en ik moet toekijken hoe hij “mijn” kindjes opvoedt met iemand anders, maar ik weet dat ze bij hem in goede handen zijn. Daar komt bij dat ik ze altijd al beschouwde als ónze kindjes, van de hele band, van Ton, Hans, Ben, Ad en mijzelf. Toevallig was ik de biologische vader, niets meer en niets minder, en het is goed dat er weer met ze wordt gespeeld. Dat het soms pijn doet is voor mij alleen maar een teken dat we toch een goed ‘huwelijk’ hadden. Want waarom rouwen om iets wat niet goed was?
Daarom ben ik blij dat ik, weliswaar op de achtergrond, nog steeds een beetje betrokken ben bij The Stag, als een soort "adviseur", een vreselijke benaming die past bij de ambtenaar die ik nu ben. Het is voor mij een extra bevestiging van een vriendschap die verloren leek maar weer is hersteld.
Daarom heb ik een nieuwe pagina op mijn website gemaakt, speciaal gewijd aan The Stag. Daar kun je informatie vinden over de nieuwe formatie, maar ook van alles over de geschiedenis van The Stag. Denk aan foto's, leuke anekdotes enz. Geen idee hoe dit zich verder gaat ontwikkelen, maar in de loop van de tijd zal dat zeker gaan groeien. Als je daar nieuwsgierig naar bent, kijk dan eens op Fanpagina van The Stag.
Afgezien van wat bizarre dromen en nachtmerries levert onze hernieuwde samenwerking dus veel goeds op. Nee, geen antwoord op die ene vraag. Wel de mogelijkheid te zien hoe anderen kunnen genieten van mijn songs, door ze te spelen of ernaar te luisteren op het try-outconcert van The Stag op 2 november a.s..
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Leuk als je dit bericht wilt delen door te klikken op onderstaande icoontjes. En voel je vrij om een reactie en/of sterrenbeoordeling te plaatsen, ik ben benieuwd naar je mening!
Je emailadres wordt niet getoond. Je kunt je reactie altijd weer laten verwijderen via de contactbutton onderaan de pagina.
Reactie plaatsen
Reacties
Als altijd, fenomenaal.
😘
Je bent meer dan geslaagd! Zo’n schat aan juweeltjes geschreven! We zweven burlend van geluk mee in de stroom van jouw creativiteit. Een bezoekregeling hebben wij gelukkig niet nodig - vriendschap blijft de sleutel tot … wat als?
Mooie woorden, bedankt!
Ik kijk uit naar 2 november!