De Achtste Hoofdzonde

Was ik niet je Lichtbrenger, de schoonste aan je hof?

Maar je oordeelde en sprak: “Hoogmoed komt voor de val”

En ik viel naar wat de Hof van Eden werd genoemd

waar ik uit wraak voor jouw miskenning Eva's onschuld stal

 

Want wat was het eenvoudig: een sluw gespleten tong,

sprekend over wijsheid en een appel, 't was genoeg

om haar te verleiden en jouw schepping te verdelgen

Zie de oogst van wat jij zaaide toen je mij verjoeg

 

Asmodeus was het die mij inspiratie gaf,

en dronken van 't venijn geschonken door Leviathan

verlokte ik jouw mensen tot een ongekende zonde,

deed de zondeval verbleken in het duister van mijn plan

 

Je herders werden wolven, je schapen nu hun prooi

“Laat de kinderen tot mij komen” kreeg een andere toon

En terwijl ze zielloos huilden: "wir haben 's nicht gewuβt"

onteerden ze je erfgenamen, verkrachtten ze je zoon

 

© Rein Menke 19 april 2012

Beoordeel dit gedicht

Rating: 5 sterren
3 stemmen