Wordt dit een politieke verhandeling, en dan nog wel over de BBB? Maak je geen zorgen, ik heb geen zin om een emmer koeienstront over me heen te krijgen als ik hier mijn mening zou geven over Sweet Caroline en haar BoerBurgerBeweging. Mevrouw van der Plas beweerde ooit dat Neil Diamonds song in de top tien van de Top 2000 zou thuishoren. Ik hoop dat ze dat niet deed omdat ze Caroline heet: “sweet” is niet het eerste wat in me opkomt als ik haar zie. Wat er wel in me opkwam toen ik voor het eerst BBB op een bord langs de snelweg zag staan, was Boeren, Burgers en Buitenlui. Ah, eindelijk een partij voor iedereen, dacht ik nog. Niets is minder waar, is inmiddels al gebleken.
Nee, de BBB waar ik het over ga hebben zijn de drie B's die staan voor dingen die ik belangrijk vind: Bandjes, Boeken en Bourbon.
Laat ik maar eens beginnen bij Bandjes. Dit staat voor muziek maken in het algemeen, en ik vermeld het niet voor niets als eerste. Muziek was en is het belangrijkste in mijn leven, al is het tegenwoordig meer zwelgen in nostalgie, teren op vergane glorie en bijbehorend zelfmedelijden.
Vaak zijn de B van Bandjes en die van Bourbon ook met elkaar verbonden. Op een gegeven moment werd ook ik een toonbeeld van dat cliché, en dat terwijl ik tot mijn 25e geheelonthouder was. Nu was het niet zo dat ik, net zoals mijn idool Keith Richards, vergroeid was met een fles Jack Daniels. Afgezien van het feit dat dit drankje smaakt naar terpentine, hadden we in onze band ook de regel dat er pas gedronken mocht worden als alle apparatuur weer was ingepakt.
Het moment van mijn officiële inwijding in de Orde van de Zuipende Muzikanten was tijdens de Koninginnenacht van 30 april 1990. We hadden een mooi plekje gevonden om de volgende dag te spelen. De vrijmarkt in Utrecht was namelijk een uitgelezen kans om jezelf in de kijker te spelen, en alle bandjes in de wijde omgeving dachten daar ook zo over. Daarom waren we genoodzaakt om de hele nacht ons plekje bezet te houden. De halfvolle fles Vieux die ik aanvankelijk nog geen blik waardig had gegund, werd met het dalen van de temperatuur aantrekkelijker. Uiteindelijk ging de gehele inhoud eraan. Gek genoeg gold dat niet voor mij: de alcoholstortvloed was kennelijk zo onverwachts voor mijn lijf dat het nog niet wist dat het daarop behoorde te reageren met dronkenschap en een kater. (Zie de diavoorstelling op deze pagina).
Boeken zijn ook erg belangrijk voor mij. Boeken schrijven dan welteverstaan. Lezen doe ik maar zelden, na een veelbelovende start als boekenwurm rond mijn achttiende. Fantasy van met name Tolkien (natuurlijk...) en meer luguber werk van Edgar Allan Poe, Stephen King en Clive Barker werd echter al snel vervangen door stapels tijdschriften over muziekinstrumenten en hun bespelers. Nee, ik ben geen lezer, en er wordt weleens beweerd dat je dan ook geen goede schrijver kunt zijn. Het zal wel. In ieder geval blijkt hieruit dat ook echte, want belezen, schrijvers onzin kunnen uitkramen.
Wat ook onzin is, is de veronderstelling dat schrijvers vaak alcoholisten zijn. Natuurlijk zijn er voorbeelden te noemen van auteurs die Bacchus als hun muze zien, maar er bevinden zich ongetwijfeld net zo veel drinkebroers onder stratenmakers, bankiers en ambtenaren. Overigens ben ik geen stratenmaker, bankier of alcoholist.
Toch kan er niet ontkend worden dat er een relatie bestaat tussen creativiteit en alcohol. Er zijn studies die daarvoor allerlei verklaringen geven, sommige zo onwaarschijnlijk dat ik bij deze kan beweren dat er ook onder wetenschappers alcoholisten voorkomen. Velen zien een verband tussen hun idolen en drank. Voor hen geeft het ze een aura van stoerheid, vrijgevochtenheid en soms wordt het zelfs gezien als de oorzaak van hun creativiteit. Eigenlijk vreemd: de vakkenvuller die regelmatig bijtankt bij het drankenschap wordt verguisd, maar een artiest die zo'n schap achter de coulissen heeft staan vindt men stoer.
Nu helpt het ook niet je imago als rocker in stand te houden wanneer je tijdens een concert een pakje chocomel op je versterker hebt staan. Dit doet me denken aan die keer dat ik, samen met mijn broer Ad en de andere leden van de hardrockband Stonehenge waarin ik toen speelde, naar een concert van Deep Purple ging. Het was 1984, de tijd dat ik nog van de blauwe knoop was. Mijn moeder was zo vriendelijk geweest om Ad, die toen nog thuis woonde, een tas vol drank voor tijdens het concert mee te geven. Nooit zal ik de uitdrukking op het gezicht van de man vergeten die ons bij de ingang van de concertzaal controleerde, en ontdekte dat onze drankvoorraad uit pakjes sinaasappelsap en Tjolk bestond!
Je bent er inmiddels wel achter dat de derde B de rode draad in dit stuk is. Zoals ik al eerder schreef ben ik geen alcoholist, maar als ik mijn whiskykast (nee, geen boekenkast...) in de huiskamer bekijk en bovenstaand stukje lees, zou ik het bijna zelf gaan geloven. Maar de redding is nabij: door Trumps importheffingen zal Bourbon snel onbetaalbaar worden en loop ik dus minder risico om ten onder te gaan in een zee van deze godendrank. Waarmee het cirkeltje van dit verhaal weer rond is, dat begon en nu ook weer eindigt met de B van Boer.
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Leuk als je dit artikel wilt delen door te klikken op onderstaande icoontjes. En voel je vrij om een reactie en/of sterrenbeoordeling te plaatsen, ik ben benieuwd naar je mening!
Je emailadres wordt niet getoond. Je kunt je reactie altijd weer laten verwijderen via de contactbutton onderaan de pagina.
Klik op de afbeelding voor volledige weergave.
© Rein Menke gegenereerd met Canva Magic Media
Diavoorstelling Koninginnenacht en -dag 1990
Klik op de rechterbovenhoek om te vergroten
Schrijf je in en blijf op de hoogte van nieuwe blogposts!
Reactie plaatsen
Reacties