Nog slaperig grijp ik naar mijn smartphone die naast mijn bed ligt om het aantal facebookmeldingen te controleren. Het zijn er slechts twee. Twee!!! Miljoenen facebookgebruikers en ik heb slechts twee meldingen. Ik bedenk me dat het maar goed is dat ik mezelf heb aangeleerd voor het slapengaan mijn telefoon op stil te zetten. Stel je toch eens voor: twee keer gewekt worden door een irritant piepje, al zou menig zestigplusser er direct voor tekenen als hij slechts twee keer per nacht zijn bed uit zou moeten… Mijn sarcasme helpt maar even om de hopeloze realiteit te verbloemen: ik kom aandacht tekort! Zo verkoop ik mijn roman nooit!
En dan te bedenken dat ik me altijd afzijdig had gehouden van social media in het algemeen en facebook in het bijzonder. Voor mij was het een vorm van digitaal exhibitionisme. Het is dat mijn uitgever me erop wees dat het een uitstekend promotiemiddel is, anders was het nooit in me opgekomen dit in te zetten bij het promoten van mijn roman De Vlucht van de Raaf.
Het was een eureka-moment. Visioenen van hordes facebookvolgers en -vrienden wakkerden mijn optimisme aan tot voor mij ongekende hoogtes, waarbij ik moet aantekenen dat het achterhalen van het verschil tussen volgers en vrienden mij enkele dagen studie kostte, en mijn optimisme doorgaans niet hoger reikt dan de punt van een smurfenmuts.
Vol goede moed ging ik aan de slag en al had ik er gemengde gevoelens over, ik was zo tevreden over mijn facebookpagina dat ik niet anders verwachtte dan een stortvloed aan likes, vriendschapsverzoeken en andere uitingen van bewondering in de vorm van voornoemde irritante piepjes, als voortekenen van een geweldige boekverkoop. Helaas was de respons zo minimaal dat mijn optimisme al snel weer kromp tot smurfenproporties, zodat ik uit pure wanhoop mezelf publiekelijk degradeerde tot bedelaar met mijn artikel Promotie en degradatie. En dat terwijl ik voorheen nog meewarig reageerde als ik mijn echte vrienden hoorde opscheppen over hun grote aantallen analoge vrienden.
Nu behoor ik tot de menigte die gebukt gaat onder facebookstress: een soort mentale rsi ten gevolge van het veelvuldig controleren van het aantal likes, met als ernstige bijwerking het dwangmatig vergelijken van het aantal veroverde vrienden en volgers met dat van anderen.
Tegenwoordig word ik dan ook elke ochtend wakker met een zenuwachtig gevoel dat ik herken van de gymles op school, wanneer de voetbalteams samengesteld werden en het keuzerijtje steeds meer kromp tot het kneuzenrijtje. Kies mij, kies mij! De digitale variant Like me! Like me! is net zo gênant, met als enige verschil dat er niemand is die mijn wanhoop kan zien. Op mijn vriendin na, maar dat levert me tenminste nog een troostende knuffel op.
Kortom, ik voel me inmiddels een digitale loner. Mijn analoge versie is ook bepaald geen allemansvriend, maar op facebook is het toch wel confronterend als de vrienden- en volgersteller bevroren lijkt te zijn. En de hele wereld kan het zien, want ja, natuurlijk volgt men dát wel! Ik vraag me af hoe anderen het wel lukt, waarbij die anderen staan voor de in mijn ogen grootste minkukels met het meeste aantal volgers. Dat ik daarmee mezelf tot nog grotere minkukel degradeer is iets waar ik nu even niet aan wil denken.
Mijn enige troost is dat ik waarschijnlijk niet de enige ben die met dit probleem worstelt. Er zijn ongetwijfeld nog meer mensen als ik die zich vertwijfeld afvragen waarom hun geniale werk niet opvalt, terwijl anderen zo succesvol zijn met rommel. Waarom krijgen die dan wel aandacht? Of ze nu rommel maken of niet, kennelijk weten ze iets wat ik niet weet, en dan bedoel ik niet hun overtuiging dat mijn werk bij dat van hen in de schaduw staat. Tenslotte moet iedereen in zichzelf geloven. Zoals ik al schreef in Koppig en eigenwijs: als je niet in jezelf gelooft, wie dan wel?
Ik moet dus net als hen een manier vinden om gezien te worden, want onbekend maakt onbemind. Als je nog nooit in de Connemara bent geweest kun je ook niet weten hoe mooi het daar is.
Als mislukt muzikant dwalen mijn gedachten, net als die van de hoofdpersoon Rik in mijn roman, al snel af naar de muziekwereld waar ik me ooit zo thuis voelde, in de hoop daar de oplossing te vinden. Ik denk aan The Rolling Stones, een bandje dat ooit ook onzichtbaar was. Hoe hebben zij het kunstje geflikt? Natuurlijk waren het geweldige talenten, maar dat is geen garantie om ontdekt worden. Nee, hun geheim om de spotlights op hen gericht te krijgen, zodat ze hun kunstje niet onzichtbaar in het donker moesten vertonen, was een manager die een geniale oplossing had bedacht: commotie! Hij creëerde een shockerend imago en stimuleerde het daarbij behorende gedrag, waardoor alles wat ze deden werd uitvergroot, hun twijfelachtige gedrag maar ook hun muzikale prestaties.
Het is een methode die vaker goed heeft gewerkt, ook met aanzienlijk minder getalenteerde muzikanten. Neem bijvoorbeeld het zootje ongeregeld The Sex Pistols, die werden bekend terwijl hun basgitarist geen noot kon spelen! Eigenlijk komt het erop neer dat je, ongeacht je prestaties, het meeste kans hebt op succes als je opvalt, waarbij The Sex Pistols bewezen dat er veel waarheid schuilt in het gezegde "negatieve aandacht is ook aandacht".
Natuurlijk zijn er legio voorbeelden van mensen die succes hadden zonder dit soort twijfelachtige methodes. Uiteindelijk is smaak toch subjectief. Er zijn hordes mensen die in de nieuwste youtube-ster de nieuwe Mozart menen te herkennen, en het werk van Karel Appel wordt wellicht door sommigen nog steeds beschouwd als recalcitrant kliederwerk. Feit blijft dat een diamant enkel kan schitteren in het licht: je moet gezien worden om een kans op succes te krijgen. Dat geldt ook voor mij, maar commotie als promotiemiddel is niet mijn ding.
Misschien behoor ik tot de grootheden die pas na hun dood roem vergaren. Mensen als de auteur Edgar Allan Poe en de bluesmuzikant Robert Johnson. Maar ik heb geen zin te wachten totdat ik ooit als een lijk kom bovendrijven, dan blijf ik liever koppig op deze weg doorgaan. En mocht het dan nog steeds niet lukken, dan kan ik altijd nog overwegen de Joost Klein-methode toe te passen. Want weet jij nog wie het Eurovisie songfestival 2024 heeft gewonnen?
******
Je kunt me ook volgen op mijn auteurspagina https://facebook.com/ReinMenkeAuteur.
Je zou me er een groot plezier mee doen dit bericht zoveel mogelijk te delen op social media en dergelijke zodat ik de Joost Klein-methode nooit hoef toe te passen. Klik daarvoor op één van de onderstaande knoppen. Bedankt!
Je emailadres wordt niet getoond. Je kunt je reactie altijd weer laten verwijderen via de contactbutton onderaan de pagina.
Reactie plaatsen
Reacties