Voorjaar 1980.
Een gewone doordeweekse avond in het centrum van Maarssen. Het is er rustig. De eerste bezoekers van het Chinese restaurant druppelen binnen. Het zijn er maar weinig, het drukke afhaalloket aan de zijkant van het pand toont dat de meesten hun vette bamislierten liever thuis op de bank naar binnen slurpen. Het zullen mensen van buiten het dorp zijn, onwetend van wat er in het pand aan de overkant van de straat te gebeuren staat.
Drie jongens, gewapend met gitaarkoffers, zetten hun fietsen tegen de muur van het oude gebouw en gaan naar binnen. Hun gelach en het geklos van cowboylaarzen, versterkt door de tegels van het trappenhuis terwijl ze omhoog klauteren, is op straat goed te horen.
Het lokaal op de tweede verdieping heeft de akoestiek van een ruim bemeten badkamer, totaal ongeschikt als leslokaal in de tijd dat het gebouw nog dienst deed als lagere school, laat staan als oefenruimte. De dunne muren en enkele beglazing, verdeeld over kleine ruitjes waarvan enkele zijn gesneuveld, laten evenveel kou naar binnen als geluid naar buiten.
Terwijl de gitaren uit de koffers worden gehaald, drie stuks, stommelt een vierde bandlid de ruimte binnen. Hij torst een grote versterker, zet het gevaarte schijnbaar moeiteloos op zijn kleine wieltjes en rijdt het naar het midden van het lokaal. Het is een ontzagwekkend apparaat dat het minuscule versterkertje van de basgitarist bij voorbaat al kansloos maakt.
Op de achtergrond klinken theatrale stemmen: het is de plaatselijke toneelvereniging onder leiding van Berend Boudewijn. Hun overlast komt abrupt ten einde als de Fender Twin Reverb wordt aangezet en een elektrische piano en twee gitaren worden ingeplugd. Het zilverkleurige speakerdoek trilt onder het geweld van de instrumenten, vechtend om een plekje in het geluidsspectrum.
Al snel wordt duidelijk dat de kou in het lokaal stemproblemen veroorzaakt bij de gitaren, en stemmingsproblemen bij BB die op bekakte toon zijn beklag komt doen. Het is natuurlijk aan dovemansoren: de oren van de muzikanten zijn weliswaar nog niet verpest door jarenlange herrie, maar zitten aan de hoofden van pubers die per definitie geen boodschap hebben aan geklaag, en al helemaal niet aan dat van een BN-er.
Er volgt een ellenlange stemsessie, waarbij niemand op het idee komt om de versterker even uit te zetten. Flageolettonen janken gekmakend door het gebouw en het dorpscentrum. Tevergeefs, zodat na ruim een uur maar wordt besloten om met enigszins valse gitaren verder te oefenen.
Dit herhaalt zich nog drie opeenvolgende oefenavonden, totdat één van de gitaristen besluit om een stemapparaatje te kopen. Het maakt eindelijk een einde aan deze ellende, maar niet voor de inwoners van Maarssen.
Het was voor de leden van Rag-Tag & Bobtail, Ton en Peter Beukelman en Wim en Rein Menke, een stimulans om een tandje bij te gaan zetten en ook nog eens een drummer in te lijven. Het zou echter nog jaren duren voordat deze voorloper van The Stag de buurt zou laten meegenieten van iets wat tenminste om aan te horen was...
______________________________________________________________________________________________________________________________________
Leuk als je dit artikel wilt delen door te klikken op onderstaande icoontjes. En voel je vrij om een reactie en/of sterrenbeoordeling te plaatsen, ik ben benieuwd naar je mening!
Je emailadres wordt niet getoond. Je kunt je reactie altijd weer laten verwijderen via de contactbutton onderaan de pagina.
Het inmiddels gesloopte pand van de Burgemeester de Ruiterschool op de hoek van de Breedstraat en Raadhuisstraat in Maarssen, dat gebruikt werd als muziekschool. Het was de eerste oefenruimte van Rag-Tag & Bobtail, voorloper van The Stag.
Deze foto stamt uit 1978. Je ziet ons nog net niet lopen...
Opmerking
Rag-Tag & Bobtail is ook de naam van Riks eerste bandje in mijn roman "De Vlucht van de Raaf". Daarmee houden de overeenkomsten ook op: ik vond het gewoon een leuke naam... 😉
Schrijf je in en blijf op de hoogte van nieuwe artikelen!
Reactie plaatsen
Reacties
komisch, historisch, erg leuk om te lezen...
Dankjewel!